ImageJ=1.53c unit=inch

10 mei 2022

Studie identificeert mogelijke nieuwe behandeling van een type kinderleukemie

Terug naar nieuws

Onderzoek naar een bepaald type bloedkanker, juveniele myelomonocitische leukemie, suggereert dat behandeling met een ontstekingsremmer wellicht een nieuwe behandeling vormt voor deze ziekte. Dat hebben onderzoekers van de onderzoeksgroep van Jeroen den Hertog geconcludeerd in een studie met zebravissen, gepubliceerd in eLife op 10 mei.

De onderzoekers hebben ontdekt dat ontstekingsremmers mogelijk toe te passen zijn voor de behandeling van patiënten met het type bloedkanker genaamd juveniele myelomonocitische leukemie (JMML). JMML is een erg agressieve vorm van bloedkanker met een slechte prognose. Kinderen met een relatief veel voorkomend syndroom genaamd Noonan Syndroom hebben een hoger risico op het ontwikkelen van JMML. Een mutatie in het gen PTPN11, dat codeert voor het eiwit SHP2, is de meest voorkomende genetische oorzaak van JMML en Noonan Syndroom.

“Bloedstamcellen en -voorlopercellen worden gezien als de cellen die de oorsprong vormen voor JMML,” aldus eerste auteur Maja Solman. “Op dit moment is transplantatie van bloedstamcellen de enige behandeling van de ziekte, maar hierbij is er een kans van 50% dat de bloedkanker terugkeert. Vanwege deze beperkte behandelmogelijkheden voor JMML-patiënten wilden we beter begrijpen hoe de ziekte zich ontwikkelt, om zo andere mogelijke behandelingen te identificeren.”

Hiervoor gebruikten de onderzoekers een nieuw zebravismodel met een mutatie in SHP2 die overeenkomt met de meest voorkomende mutatie die JMML veroorzaakt in patiënten met Noonan Syndroom. Ze gebruikten een techniek waarbij ze in individuele bloedstamcellen en -voorlopercellen van de zebravissen onderzochten welke genen actief waren. Deze analyse liet zien dat er meer voorlopercellen van monocyten en macrofagen, types witte bloedcellen, aanwezig waren in de vissenembryo’s en dat er in deze cellen genen actief waren die geassocieerd zijn met een immuunrespons. Vervolgens ontdekten de onderzoekers een vergelijkbaar patroon van genen de actief waren in de bloedstamcellen en -voorlopercellen uit het beenmerg van JMML-patiënten met SHP2 mutaties.

This foto laat de macrofagen en neutrofielen in een zebravissenembryo met een mutatie in SHP2 zien. Dit embryo heeft meer macrofagen en neutrofielen dan een embryo zonder de mutatie in SHP2. Dit is vergelijkbaar met de situatie in JMML patiënten. Image credit: Maja Solman
This foto laat de macrofagen (rood) en neutrofielen (groen) in een zebravissenembryo met een mutatie in SHP2 zien. Het hoofd van het embryo is links te zien, de staart rechts. Dit embryo heeft meer macrofagen en neutrofielen dan een embryo zonder de mutatie in SHP2. Dit is vergelijkbaar met de situatie in JMML patiënten. Image credit: Maja Solman (CC BY 4.0)

Tot slot behandelden ze de zebravisembryo’s met een ontstekingsremmer genaamd dexamethasone. Deze behandeling bleek de JMML-achtige symptomen in het bloed van de zebravissen te verminderen, wat suggereert dat ontstekingsremmers in de toekomst wellicht een belangrijk onderdeel kunnen zijn bij de behandeling van JMML-patiënten.

“Ons werk laat opvallende overeenkomsten zien in de immuunrespons in cellen van mensen en zebravissen met SHP2 mutaties, en toont aan dat het remmen van deze respons JMML-achtige symptomen in zebravissen kan verminderen,” concludeert laatste auteur Jeroen den Hertog. “Daarmee leggen deze resultaten de basis voor toekomstige studies naar de effectiviteit van ontstekingsremmers als mogelijke nieuwe behandeling voor JMML-patiënten.”

Publicatie
Inflammatory response in hematopoietic stem and progenitor cells triggered by activating SHP2 mutations evokes blood defects. Maja Solman, Sasja Blokzijl-Franke, Florian Piques, Chuan Yan, Qiqi Yang, Marion Strullu, Sarah M Kamel, Pakize Ak, Jeroen Bakkers, David M Langenau, Helene Cave, Jeroen den Hertog. eLife 2022.

Picture Jeroen den Hertog

 

 

Jeroen den Hertog is groepsleider en algemeen directeur bij het Hubrecht Institute en hoogleraar Moleculaire Ontwikkelingszoölogie aan de Universiteit Leiden.