2 juni 2017

Promotie Evelyne Beerling

Terug naar nieuws

Evelyne Beerling van de Van Rheenen groep verdedigde op 1 juni haar proefschrift “Kanker bekijken in een levend wezen – Het visualiseren van de slechteriken”, waarin ze bestudeert hoe tumoren kunnen uitzaaien.

Kanker is nog steeds een van de meest voorkomende doodsoorzaken in de Westerse wereld, ondanks de enorme hoeveelheid kennis die de afgelopen jaren is verworven. De meeste mensen overlijden niet aan de primaire tumor, maar aan de uitzaaiingen. Deze uitzaaiingen ontstaan doordat tumorcellen die de primaire tumor verlaten zich innestelen in andere organen. Het is belangrijk om te begrijpen hoe deze ‘bad guys’ de primaire tumor kunnen verlaten en via de bloedcirculatie op een andere plek een nieuwe tumor vormen, zodat er passende therapieën ontwikkeld kunnen worden.

Tijdens haar promotie heeft Beerling deze ‘bad guys’ en hun gedrag bestudeerd in hun natuurlijke setting. Meestal wordt dit onderzoek gedaan met tumorcellen in plastic petrischaaltjes, maar dat heeft als nadeel dat de 3D structuur waarin de tumorcellen zich normaal bevinden niet aanwezig is. Daarom heeft Beerling gekeken naar tumoren in levende muizen. In deze muizen wordt een klein kijkraampje aangebracht, zodat er met de microscoop naar de tumor gekeken kan worden.

‘Bad guys’ wisselen van identiteit om uitzaaiingen te vormen

Beerling heeft verschillende tumoren bestudeerd, namelijk alvleeskliertumoren en borsttumoren. Door het bestuderen van deze tumoren heeft ze ontdekt dat cellen die de primaire tumor verlaten een verandering ondergaan. Primaire alvleeskliertumoren en borsttumoren bestaan namelijk uit cellen die sterk aan elkaar hechten, zogenaamde epitheelcellen. Ze bevatten daarvoor een belangrijk molecuul, E-cadherine, dat ervoor zorgt dat de cellen goed aan elkaar blijven zitten. De cellen die zich losmaken van de tumor verliezen hun E-cadherine moleculen en gaan lijken op mesenchymcellen. Dit zijn cellen die niet sterk aan elkaar hechten en daardoor kunnen ze loslaten van de primaire tumor en zich door het omliggende weefsel verplaatsen. Daarnaast heeft ze ontdekt dat de losgemaakte tumorcellen die op een andere plek in het lichaam een nieuwe tumor vormen, weer terug veranderen in epitheelcellen en weer E-cadherine moleculen hebben. Dan vormen ze op de nieuwe plek weer een tumor van sterk aan elkaar gehechte cellen. Deze twee transitiestappen, van epitheelcellen naar mesenchymcellen en weer terug, kunnen gebruikt worden om nieuwe medicijnen te ontwikkelen. Als we deze stappen kunnen remmen, of tegenhouden, kunnen tumoren niet meer uitzaaien en dat vergroot de overlevingskans van kankerpatiënten.

Chemotherapie

Tot slot heeft Beerling ontdekt dat een veelgebruikt chemotherapeutisch middel, dat bij sommige mensen wel aanslaat en bij andere mensen niet, in een muis met een tumor op een andere manier werkt dan in tumorcellen in een petrischaaltje. Deze ontdekking laat zien dat het begrijpen van het mechanisme van een medicijn ontzettend belangrijk is, zodat beter ingeschat kan worden bij welke patiënten de medicatie wel zal werken, en bij welke niet.